afwezigs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afwezigs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·we·zigs

Bijvoeglijk naamwoord

afwezigs

  1. partitief van de stellende trap van afwezig
     Het lichaam kan, als het de kans krijgt iets afwezigs te herstellen, dat overmatig doen en zo sterk herstellen dat het er meer van krijgt dan degenen die nooit aan dat gebrek hebben geleden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afwezigs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Liu Cixin
    “Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645835
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.