afzienbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afzienbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·zien·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van afzien met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afzienbaarafzienbaarderafzienbaarst
verbogen afzienbareafzienbaardereafzienbaarste
partitief afzienbaarsafzienbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

afzienbaar

  1. niet zo heel veel, over niet al te lange tijd
    • Het is nog maar een afzienbare tijd todat hij zijn examen haalt. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afzienbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.