afzonderlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afzonderlijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·zon·der·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op zichzelf staande’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • Naamwoord van handeling van afzonderen met het achtervoegsel -lijk
stellend
onverbogen afzonderlijk
verbogen afzonderlijke
partitief afzonderlijks

Bijvoeglijk naamwoord

afzonderlijk

  1. op zichzelf staand
    • The Hitchhikers guide to the galaxy bestaat nu uit 6 afzonderlijke delen. 
     In een tijd waarin praktisch alle bouwactiviteiten geregeld en ingeperkt werden door de staat, of zo je wilde de partij, waren aanhoudende goede relaties misschien op de lange duur waardevoller dan winst in een afzonderlijk project.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afzonderlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.