agarrarse

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
agarrarse
agarraba
agarrado
volledig

Werkwoord

agarrarse

Woordafbreking
  • a·ga·rrar·se
  • wederkerend
  1. zich vasthouden aan, zich vastklampen aan
  2. slagen, het maken, er wel komen
  3. slaags raken, op de vuist gaan
  4. aangrijpen (als excuus)
  5. aankoeken, aanzetten
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.