ajo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·jo
enkelvoud meervoud
ajo ajos

Zelfstandig naamwoord

ajo m

  1. (plantkunde), (voeding) knoflook

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    ajar

    ajo

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ajar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.