alleenspraken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alleenspraken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·leen·spra·ken

Zelfstandig naamwoord

de alleenspraken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord alleenspraak
    ▸ Ik kon niet altijd doen of ik sliep, en er waren soms lange gesprekken, of liever alleenspraken, waarin ik allerlei instructies kreeg.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord alleenspraken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑
    Victoria Holt
    “Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.