alloceren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alloceren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·lo·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Engelse allocate, van het Latijnse 'allocare' met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
alloceren
alloceerde
gealloceerd
zwak -d volledig

Werkwoord

alloceren

  1. (informatica) het reserveren van geheugen.
  2. het toewijzen
Opmerkingen
  • De spelling van dit woord kan met recht een knelpunt van de Nederlandse spelling genoemd worden.

Gangbaarheid

  • Het woord alloceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.