alomtegenwoordig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alomtegenwoordig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·om·te·gen·woor·dig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alom en tegenwoordig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | alomtegenwoordig | alomtegenwoordiger | alomtegenwoordigst |
verbogen | alomtegenwoordige | alomtegenwoordigere | alomtegenwoordigste |
partitief | alomtegenwoordigs | alomtegenwoordigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
alomtegenwoordig
- overal aanwezig
- De alomtegenwoordige bewakingscamera's zijn een reden dat ik nooit meer met ongekamde haren de deur durf uit te gaan.
- ▸ Beiden waren een opluchting, al was het maar omdat mijn alomtegenwoordige moeder dan even de kamer uit moest.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord alomtegenwoordig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alomtegenwoordig" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.