amargo
Spaans
Uitspraak
- IPA: /aˈmargo/
Woordafbreking
- a·mar·go
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | amargo | amargos |
vrouwelijk | amarga | amargas |
Bijvoeglijk naamwoord
amargo
Werkwoord
vervoeging van |
---|
amargar |
amargo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amargar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.