amontonar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
amontonar
amontonaba
amontonado
volledig

Werkwoord

amontonar

  • overgankelijk
  1. ophopen, opeenhopen, stapelen, opstapelen
  2. vergaren, verzamelen, bijeenbrengen
    «Amontonar riquezas.»
    Rijkdom vergaren.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.