opeenhopen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: opeenhopen (hulp, bestand)

Woordafbreking

op·een·ho·pen

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van opeen bw en hopen ww

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
opeenhopen	hoopte opeen	opeengehoopt
zwak -t	volledig

Werkwoord

opeenhopen ^[1]

overgankelijk tot een hoop opstapelen

Verwante begrippen

accumuleren, opeenstapelen, ophopen, opstapelen, stapelen

Afgeleide begrippen

opeenhoping

Verwante begrippen

hoop

Vertalingen

1.

Engels: accumulate ^(en), amass ^(en), heap ^(en), pile up ^(en), stack ^(en)

Spaans: acopiar ^(es), acumular ^(es), reunir ^(es)

Gangbaarheid

Het woord opeenhopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.