amoureus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amoureus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • amou·reus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verliefd’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • afgeleid van het Franse amoureux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen amoureusamoureuzeramoureust
verbogen amoureuzeamoureuzereamoureuste
partitief amoureusamoureuzers-

Bijvoeglijk naamwoord

amoureus

  1. vol met liefde
    • Hij koesterde amoureuze gevoelens voor de barvrouw. 
     Als je haar in de een of andere overdadig schitterende japon met Robert Dudley zag dansen, vaak heel koket, zodat die dans leek op het prikkelende voorspel van een amoureus hoogtepunt, kreeg je de indruk van luchthartigheid in een mate die fataal zou zijn voor haar toekomst.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord amoureus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.