ampel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ampel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑmpəɫ/
Woordafbreking
  • am·pel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omstandig’ voor het eerst aangetroffen in 1566 [1]
  • Ontleend aan het Franse ample.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ampelampelerampelst
verbogen ampeleampelereampelste
partitief ampelsampelers-

Bijvoeglijk naamwoord

ampel

  1. uitvoerig, meer dan genoeg
    • Na ampele overweging is de beslissing genomen. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord ampel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.