aneghesichte

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

aneghesichte o

  1. aangezicht
     Met 9 allen rechte soe en soude wi der minnen nimmermeer vergheten, dat Christus onse middelere es, ende sonder onderlaet sine werdeghe offerande vernuwet vore dat aneghesichte sijns Vaders, omme onser alder noet.[3]

Verwijzingen

  1. aneghesichte op website: Etymologiebank.nl
  2. Vroegmiddelnederlands Woordenboek
  3. Weblink bron
    Jan van Ruusbroec
    Vanden gheesteliken tabernakel (ca. 1350) in:
    Jean Baptiste David (ed.)
    Werken, Deel 2 (1858), Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen, Gent, p. 240 op dbnl.org
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.