animar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
animo animava animat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

animar

  1. aanmoedigen, aansporen
  2. bemoedigen, opvrolijken
  3. animeren
  4. bezielen, leven inblazen


Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
animar
animaba
animado
volledig

Werkwoord

animar

  • overgankelijk
  1. opwekken
  2. bezielen
  3. animeren
  4. opvrolijken
  5. aanmoedigen, aansporen, bemoedigen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.