bezielen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezielen (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈzilə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·zie·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezielen |
bezielde |
bezield |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bezielen
- overgankelijk inspireren
- Die woorden van hem bezielden ons.
- overgankelijk tot leven wekken
- Hij bezielde het bijna dode dier.
Uitdrukkingen en gezegden
- wat bezielt jou?waarom doe je zoiets geks?
- • Ik snap niet wat jou bezielde toen je met je fiets door rood reed!
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bezielen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezielen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.