ankerlichtje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ankerlichtje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑŋkərˌlɪxcə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • an·ker·licht·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetankerlichtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ankerlicht
     Zijn opvolger, de heer M. Reijngoudt tevens wethouder overhandigde hem als aandenken een koper ankerlichtje.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'ankerlichtje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Cornelis Aarnoudse (86 jaar) geeft roer uit handen in: Eendrachtbode , jrg. 22 nr. 25 (5 mei 1966), p. 5 kol. 5/6
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.