ankle

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  ankle (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈæŋkl/
Woordafbreking
  • an·kle
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Middelengelse woorden ancle en ankel.

Bijwoord

ankle

  1. tot aan de enkels.
enkelvoud meervoud
ankle ankles

Zelfstandig naamwoord

ankle

  1. (anatomie) enkel
    «The ankle connects the foot with the leg.»
    De enkel verbindt de voet met het been.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • ankle biter, ankle bone, ankle boot, ankle brace, ankle bracelet, ankle-deep, ankle-foot othosis, ankle joint, ankle pain, (UK) ankle sock, ankle sprain, ankle strap, ankle twist
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.