aprestar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
apresto aprestava aprestat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

aprestar

  1. voorbereiden, klaarmaken
Synoniemen


Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aprestar
aprestaba
aprestado
volledig

Werkwoord

aprestar

  • overgankelijk
  1. voorbereiden, klaarmaken, gereedmaken
  2. planeren, stijven (van textiel)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.