apuntar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·pun·tar

Werkwoord

apuntar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
apuntar
apuntaba
apuntado
volledig
  1. onovergankelijk verschijnen (voor de dag komen)
  2. richten, mikken (met wapen)
  3. souffleren, voorzeggen
  4. overgankelijk richten op/tegen (met wapen)
  5. aangeven, suggereren, zinspelen
  6. aanwijzen, aanstippen, schetsen
  7. noteren, aantekenen
  8. slijpen (van punten)
    «apuntar un lápiz»
    een potlood slijpen
  9. souffleren, voorzeggen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.