schetsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schetsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxɛtsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schet·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schetsen
/'sxɛt.sə(n)/
schetste
/'sxɛts.tə/
geschetst
/ɣə.'sxɛtst/
zwak -t volledig

Werkwoord

schetsen

  1. met een minimum van pennenstreken een voorlopige en gewoonlijk uitwisbare afbeelding van iets maken
    • De schilder schetst eerst het portret van de jonge vrouw om er vervolgens in olieverf een schilderij van te maken. 
  2. in overdrachtelijke zin: een korte maar rake beschrijving van iets geven
    • Hij schetst een wel erg somber beeld van de toekomst. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deschetsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schets

Gangbaarheid

  • Het woord schetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.