archiduc

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  archiduc    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·chi·duc
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord archiduc
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dearchiducv/m

  1. (adel) aartshertog
  2. (voeding) champignonsaus
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord archiduc staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.