armrer
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈarmrɛɾ /
Woordafbreking
- arm·rer
Bijvoeglijk naamwoord
armrer
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud vergrotende trap van armer
armrer
armrer
- onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud vergrotende trap van armer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.