ascetisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ascetisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • as·ce·tisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits of Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. ascese’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van asceet met het achtervoegsel -isch [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ascetischascetischer
verbogen ascetischeascetischere
partitief ascetischascetischers-

Bijvoeglijk naamwoord

ascetisch [3]

  1. (filosofie) betrekking hebbend op ascese
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ascetisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.