asymptot
Zweeds
Woordafbreking
- a·symp·tot
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Neolatijnse asymptotus, van het Oudgriekse ἀσύμπτωτος ("die niet kan samenvallen").
Zelfstandig naamwoord
asymptot g
Verbuiging
asymptots | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | asymptot | asymptoten | asymptoter | asymptoterna |
genitief | asymptots | asymptotens | asymptoters | asymptoternas |
Afgeleide begrippen
- asymptotisk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.