asymptoot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  asymptoot    (hulp, bestand)
  • IPA: /asɪmpˈtot/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /a.sɪmp.ˈtot/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /a.sɪmp.ˈtot/
Woordafbreking
  • asymp·toot
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘lijn die nooit door kromme geraakt wordt’ voor het eerst aangetroffen in 1775 [1]
  • Ontleend aan het Neolatijnse asymptotus, van het Oudgriekse ἀσύμπτωτος ("die niet kan samenvallen").
enkelvoud meervoud
naamwoord asymptoot asymptoten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deasymptootm

  1. (wiskunde) een lijn die door een kromme of functie willekeurig dicht benaderd wordt, maar deze nooit raakt. De limiet naar oneindig van een functie
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord asymptoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.