atacar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ataco atacava atacat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

atacar

  1. aanvallen


Portugees

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
atacar
atacava
atacado
volledig

Werkwoord

atacar

  1. aanvallen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·ta·car
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
atacar
atacaba
atacado
volledig

Werkwoord

atacar

  1. overgankelijk aanvallen, overvallen, bestormen, bestrijden, attaqueren
  2. aantasten, aanvreten

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.