atrasar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
atrasar
atrasaba
atrasado
volledig

Werkwoord

atrasar

  • onovergankelijk
  1. achterlopen (van klok)
  • overgankelijk
  1. vertragen, uitstellen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.