avances

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  avances    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈvɑ̃səs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • avan·ces
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deavancesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord avance

Gangbaarheid

  • Het woord avances staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
avanzar

avances

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van avanzar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van avanzar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.