avispa

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·vis·pa
enkelvoud meervoud
avispa avispas

Zelfstandig naamwoord

avispa v

  1. (vliesvleugeligen) wesp

Werkwoord

vervoeging van
avispar

avispa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van avispar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van avispar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.