baño

Papiaments

Zelfstandig naamwoord

baño

  1. bad


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ba·ño
enkelvoud meervoud
baño baños

Zelfstandig naamwoord

baño m

  1. bad, het baden
  2. badkamer
  3. badkuip

Werkwoord

vervoeging van
bañar

baño

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bañar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.