bad af

Uitspraak

• Geluid:  bad af    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bad af

Woordherkomst en -opbouw

• uit bad (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

bad af

1. enkelvoud verleden tijd van afbidden
   

   • Ik bad af. 
     
   • Jij bad af. 
     
   • Hij, zij, het bad af. 

Gangbaarheid

• Het woord bad af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.