afbidden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afbidden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·bid·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afbidden
bad af
afgebeden
klasse 5 volledig

Werkwoord

afbidden

  1. overgankelijk door bidden of smeken verkrijgen
    • Heel zijn veldtocht, met een leger waarvoor hij van de berooide Staten subsidies afbad,[...], werd besteed aan het ontzet van Kamerijk, waarbij Frankrijk nochtans meer rechtstreeks belang had dan de Nederlanden;. 
  2. door bidden trachten af te wenden

Gangbaarheid

  • Het woord afbidden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.