bakkeleien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakkeleien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bak·ke·lei·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘bekvechten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bakkeleien
bakkeleide
gebakkeleid
zwak -d volledig

Werkwoord

bakkeleien

  1. inergatief ruzie maken, kibbelen
    • Daarover is al veel gebakkeleid. 

Gangbaarheid

  • Het woord bakkeleien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.