bakstagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakstagen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑkstɑɣə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bak·sta·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debakstagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bakstag
     En waarachtig, juist op het moment dat ik grootzeil en fok moet aanhalen om niet helemaal dwars te vallen, zie ik hem in de verte weer aankomen om zich even later, zij het ternauwernood, aan een der bakstagen vast te klampen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'bakstagen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Atlantis in: De Tweede Ronde., jrg. 21 nr. 4 (winter 2000), G.A. van Oorschot, Amsterdam
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.