bandit

Engels

Uitspraak
  • /ˈbændɪt
  •  Audio (AU)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
bandit bandits

Zelfstandig naamwoord

bandit

  1. bandiet, boef, bendelid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.