banquer

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Werkwoord

banquer

  1. (spreektaal) dokken
    «J’ai dû banquer un max de blé pour mon mariage. Et ensuite pour mon divorce!»
    Ik heb een bom duiten moeten dokken voor mijn huwelijk! En daarna voor mijn scheiding! [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.