spreektaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spreektaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsprektal/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spreek·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spreektaal spreektalen
verkleinwoord spreektaaltje spreektaaltjes

Zelfstandig naamwoord

despreektaalv/m

  1. de taal die men bij het gewone spreken gebruikt
    • Dat is geen officieel woord, maar wordt wel vaak in de spreektaal gebruikt. 
Anagrammen
Afgeleide begrippen
  • spreektaalterm, spreektaalvorm, spreektaalwoord
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spreektaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.