basten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bas·ten

Zelfstandig naamwoord

debastenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bast

Werkwoord

vervoeging van
bassen

basten

  1. meervoud verleden tijd van bassen
    • Wij basten. 
    • Jullie basten. 
    • Zij basten. 

Gangbaarheid

  • Het woord basten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
bastar

basten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bastar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bastar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.