bedil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·dil

Werkwoord

vervoeging van
bedillen

bedil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedillen
    • Ik bedil. 
  2. gebiedende wijs van bedillen
    • Bedil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedillen
    • Bedil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bedil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Indonesisch

Woordafbreking
  • be·dil
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bedil

  1. geweer
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.