beentje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beentje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • been·tje

Zelfstandig naamwoord

hetbeentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord been
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beentje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.