bega

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bega    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beĀ·ga

Werkwoord

vervoeging van
begaan

bega

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begaan
    • Ik bega. 
  2. gebiedende wijs van begaan
    • Bega! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begaan
    • Bega je? 
  4. aanvoegende wijs van begaan

Gangbaarheid

  • Het woord bega staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Italiaans

enkelvoud meervoud
bega beghe

Zelfstandig naamwoord

bega v

  1. ruzie
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.