beginnende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beginnende    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈɣɪnəndə/
Woordafbreking
  • be·gin·nen·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

beginnende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van beginnend
     Uit zijn lichaamstaal bleek dat hij zichzelf zowel grappig als slim vond. ‘Doe eens rustig aan, joh,’ zei zijn vriendin Marieke op een toon die beginnende irritatie moest veinzen.[1]

Werkwoord

vervoeging van: beginnen
verbogen vorm: beginnendee

beginnende

  1. verbogen vorm van beginnend, het onvoltooid deelwoord van beginnen

Gangbaarheid

  • Het woord beginnende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.