beginselen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beginselen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·gin·se·len

Zelfstandig naamwoord

debeginselenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beginsel
  2. basiskennis, wat je moet weten voordat je ergens aan begint
    • Oom Jan leert neefje (de eerste beginselen) van het schaken. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beginselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.