behartigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behartigen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·har·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zorgen voor’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
  • Afgeleid van hart met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
behartigen
behartigde
behartigd
zwak -d volledig

Werkwoord

behartigen

  1. overgankelijk iets ~ zich inzetten voor een bepaalde zaak
    ..[Filips de Schone] was hierin zeker te prijzen, dat ... hij alles, wat tot rechtvaardige en goedwillige bestiering diende, bevorderde, en der burgeren welzijn behartigde, ..[2]
  2. voornamelijk: de belangen ~ van
    • Zij behartigde de belangen van haar minderjarige zoon. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord behartigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.