behuwd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behuwd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·huwd
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van behuwen
  • vervoeging van behuwen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend
onverbogen behuwd
verbogen behuwde
partitief behuwds

Bijvoeglijk naamwoord

behuwd

  1. getrouwd, gehuwd
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van: behuwen…
verbogen vorm: behuwde

behuwd

  1. voltooid deelwoord van behuwen

Gangbaarheid

  • Het woord behuwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.