bekakt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekakt    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈkɑkt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·kakt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bekakken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bekaktbekakterbekaktst
verbogen bekaktebekakterebekaktste
partitief bekaktsbekakters-

Bijvoeglijk naamwoord

bekakt

  1. door overdreven gedrag, vooral spraak, benadrukkend dat men tot de bovenlaag wil behoren
Afgeleide begrippen
  • bekaktheid
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
bekakken

bekakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekakken
    • Jij bekakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekakken
    • Hij bekakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bekakken
    • Bekakt! 
vervoeging van: bekakken…
verbogen vorm: bekakte

bekakt

  1. voltooid deelwoord van bekakken

Gangbaarheid

  • Het woord bekakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.