bepakken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bepakken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·pak·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bepakken
bepakte
bepakt
zwak -t volledig

Werkwoord

bepakken

  1. overgankelijk een mens of lastdieren met goederen beladen
    • De lama's waren bepakt met allerlei goederen. 
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Bepakt en bezakt zijn
met veel bagage of zo veel als iemand maar kan meenemen

Gangbaarheid

  • Het woord bepakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.