bereikbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bereikbaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈrɛiɡbar/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·reik·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bereiken met het achtervoegsel -baar.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bereikbaarbereikbaarderbereikbaarst
verbogen bereikbarebereikbaarderebereikbaarste
partitief bereikbaarsbereikbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

bereikbaar [1]

  1. de eigenschap hebbend dat men ernaartoe kan gaan of communicatie ermee kan hebben
    • Door de aanleg van de nieuwe brug is die plaats een stuk bereikbaarder geworden. 
    • Iedereen moet tegenwoordig 24/7 bereikbaar zijn. 
  2. een ~ doel mogelijk te verwezenlijken
    • De ene doelstelling is nu eenmaal iets bereikbaarder dan de andere. 
  3. van een zaak dat men het kan grijpen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bereikbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.