bero
Baskisch
Bijvoeglijk naamwoord
bero
Antoniemen
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /bə'ɾuː/
Woordafbreking
- be·ro
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Duitse werkwoord beruhen, dat van het Duitse werkwoord ruhen komt.
- Noors werkwoord met het voorvoegsel be-.
Naar frequentie | 44590 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | bero |
tegenwoordige tijd | beror |
verleden tijd | berodde |
voltooid deelwoord |
berodd |
onvoltooid deelwoord |
beroende |
lijdende vorm | beros |
gebiedende wijs | bero |
vervoegingsklasse | Klasse 4 zwak |
opmerking |
Werkwoord
bero
- onovergankelijk rusten
- onovergankelijk zich bevinden, zijn
- onovergankelijk berusten op, gebaseerd zijn op
- onovergankelijk afhangen van
Synoniemen
- [1]: forbli uavgjort
- [1]: hvile
- [2]: befinne seg
- [3]: henge sammen med
- [3]: hvile på
- [3]: skyldes
- [4]: avhenge av
- [4]: komme an på
Verwante begrippen
- [1]: vente
Typische woordcombinaties
- [1]: la saken bero
laat de zaak rusten
- [2]: sakspapirene beror hos formannen
de processtukken bevinden zich bij de voorzitter
Werkwoord
bero
- gebiedende wijs van bero
Zelfstandig naamwoord
bero
- gebruikt alleen in de uitdrukking: stille i bero
Synoniemen
- late forbli
- utsette
Uitdrukkingen en gezegden
- stille (noe) i bero
iets laten rusten
iets verder laten rusten
iets blauwblauw laten
iets verder laten rusten
iets blauwblauw laten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.